Geschiedenis der Protestantse kerk te Gasselternijveen
Gasselternijveen is een oude veenkolonie die in 1663 officieel is ontstaan.
In die tijd viel Gasselternijveen kerkelijk onder de hoede van de kerk van Gasselte, waarbij ds. A.C. Fabricius uit Gasselte tevens herderlijk werk verrichtte in Gasselternijveen.
In 1697 scheidden de leden van Gasselternijveen zich van de kerk van Gasselte af en ontstond de kerk te Gasselternijveen.
De eerste predikant was ds. Gerhardus Cock die door de nieuwe gemeente was beroepen en bevestigd op 22 februari 1697.
De eerst gebouwde kerk werd in datzelfde jaar tijdens de bouw door noodweer vernield.
Het duurde tot 1707 voordat er een nieuwe kerk gebouwd was achter het huidige pand Hoofdstraat 28.
In deze tussenperiode werden de diensten gehouden in een particuliere woning.
Gasselternijveen was vroeger ook een zeevarend dorp.
Dit zeevarend feit is duidelijk gemaakt op het dak van de kerk door één van de windwijzers.
Op de ene zijde staat een schip die de scheepvaart uitbeeldt. Aan de andere een paard, de landbouw voorstellende. De twee pijlers waarop Gasselternijveen in die tijd economisch grotendeels was gebaseerd.
In 1828 werd de voormalige pastorie gesticht door de kerkvoogden W. Salomons, H. H. Wichers en H. Bakker. Het is in 1918 verbouwd door de kerkvoogden J. W. Salomons, J. Pott en W. Wolthuis. Dit is vermeldt in de gevelstenen aan de voorzijde van deze pastorie.
In deze pastorie woonde uiteraard ook de toenmalige predikant Ds. Johannes Elias Feisser.
Hij beklaagde zich in 1843 over de kerk aan de huidige Hoofdstraat, qua ruimte.
Want zoals hij zei: “Naar waarheid kan gezegd worden, dat de kerk in allen gevalle te klein is voor de meer vergrootte bevolking van dit dorp”.
Ds. Feisser was een groot pleiter tot bouw van een nieuwe grotere kerk.
Hij kwam echter in aanvaring met de kerkvoogden omtrent zijn plannen.
Echter wat gebeurde er nog meer in 1843?
In dat jaar wilde Ds. Feisser geen kinderen meer dopen, aangezien hij tegenstander was geworden van de kinderdoop en aanhanger werd van de Gedoopte Christenen, later Baptisten genoemd. Hij kwam onder de indruk van Ds. Köbler uit Hamburg.
Door al deze perikelen kwam het zover dat Ds. Feisser werd afgezet op 19 december 1843, door het Prov. Kerkbestuur te Assen. Hij mocht echter toen met Kerst nog wel preken.
Op Nieuwjaarsdag 1844 werd het vonnis vanaf de kansel voorgelezen en is zijn werk voor de Hervormde kerk door anderen voortgezet.. Op zondag 15 mei 1845 liet hij zich met zeven andere gemeenteleden door Ds. Köbler uit Hamburg dopen door onderdompeling in een veenwijk, die parallel liep aan de toenmalige hoofdvaart, achter de huidige Baptistenkade.
Thans staat er, ongeveer op deze doopplek, een herdenkingszuil, aan het enkele jaren geleden aangelegde Schreierspad.
Naar aanleiding van het streven van Ds. Feisser tot het bouwen van een grotere kerk, kwam in 1856 de toestemming tot bouw van het huidige gebouw. Deze kerk is een Waterstaatskerk, hetgeen inhoudt dat het is getekend door, of onder auspiciën stond van architecten van Rijkswaterstaat, deze hebben veel identieke kerken getekend door heel Nederland.
In 1857 vond de aanbesteding van deze kerk plaats en is de bouw gegund aan Wiebe H. Bakker uit Gasselternijveen, voor de som van ƒ 8460,–.
De bouw is in 1858 enigszins vertraagd door meningsverschillen tussen de Kerkvoogdij en de aannemer. De bouw is daarna vermoedelijk voortgezet door aannemer Alfering uit Gasselte, die het voltooide in 1859 waarbij de totale kosten ƒ 15.010,39 bedroegen.
Bij deze bouw was de huidige toren nog niet aanwezig. Er was een klokkentoren in de vorm van een dakruiter midden bovenop het kerkdak geplaatst.
De kerk is op 18 december 1859 godsdienstig ingewijd door de toenmalige predikant
Ds. J. L. Speckman,waarbij de tekst: 1 Koningen 8 : 29a centraal stond:
“Dat Uw ogen open zijn, nacht en dag, over dit huis, over deze plaats”.
In 1879 bleek de dakruiter te zwaar te drukken op het gebouw en werd het in allerijl van het dak gehaald en is de huidige toren op een eigen fundering vóór het kerkgebouw geplaatst, voor de som van ƒ 1837,–.
De klok die door de fa. Elzinga, klokkengieters te Groningen was gegoten, is in 1859 geleverd voor ƒ 267,57. Haar gewicht is 143 kg. Voor zover bekend, is dit nog de enigste klok van de fa. Elzinga in Nederland.
In 2009 is de klokkenstoel gerestaureerd en van een nieuwe aandrijving voorzien.
De kerk is evenals de Leerkamer sinds 1997 een Beschermd Rijksmonument, mede gezien de gaafheid, aldus de aanwijzing van de toenmalige staatssecretaris Ad Nuis.
Het orgel
De zangbegeleiding van de gemeente geschiedde tot 1900 niet door middel van een orgel, wegens het ontbreken van dat instrument, maar door een voorzanger.
In 1899 was men zover om voor de zangbegeleiding een orgel aan te willen schaffen.
Op 19 december dat jaar was er een speciale vergadering met als doel: “t bekomen van een orgel”. Er wordt in mei 1900 voor de somma van ƒ 1750,- een ‘gebruikt’orgel gekocht bij de fa. Gebrs. van Oeckelen, orgelbouwers te Harenermolen.
Dit orgel, dat gebouwd is in 1850 door de orgelbouwers Hans Eberhard Freytag en zoon, als rugpositief van het toenmalige Schnitgerorgel in de Luthersche kerk in de Haddingestraat te Groningen is gelukkig bewaard gebleven. Het is in 1897 gedemonteerd in de Luthersche kerk te Groningen, evenals het grote Schnitgerorgel. Dit Schnitgerorgel is overigens in onderdelen voor herstel van andere orgels, helaas teloor gegaan. De fa. Gebr. van Oeckelen heeft in 1897 een compleet nieuw orgel in die kerk gebouwd. Dit orgel is nog steeds in gebruik.
Ons orgel hebben ze dus intact gelaten en is in 1900 verkocht aan de Ned. Herv. kerk van Gasselternijveen en is door hun met aanpassingen geplaatst en op zondag 15 juli 1900 met een feestrede plechtig ingewijd door de toenmalige predikant Ds. G. Strating.
Het orgel is in 1953 wit overgeschilderd, tijdens een wat toen algemeen gebruikelijk was, modernisering van het kerkinterieur.
Het orgel verkeerde al enkele decennia in een deplorabele toestand en is in haar geheel gerestaureerd in 2008/2009. Mede dankzij het initiatief vanuit de kerkelijke gemeente.
11 december 2009 is het gerestaureerde orgel overgedragen aan de kerkrentmeesters door de orgelbouwers Mense Ruiter uit Zuidwolde Gr. en van der Putten uit Finsterwolde en is het gelijk met het 150 jarig bestaan van de kerk, dat wij vierden op 12 en 13 december 2009, weer ten dienste komen te staan van de gemeente van Gasselternijveen.
Het orgel, sinds 1997 ook Rijksmonument, is in al zijn pracht van weleer weer aanwezig na de restauratie.
De Protestantse gemeente.
Onze gemeente was al jaren geleden als Gereformeerden en Hervormden van Gasselternijveen samen op weg. (In de jaren vijftig waren er al gezamenlijke jeugdclubs).
Dit reeds vroeg ontstane proces heeft op zondag 10 oktober 1993 geresulteerd in een volledig samengaan in één kerkgebouw. Toen is in een speciale dienst afscheid genomen van de Geref. kerk. Dit gebouw is daarna verkocht.
Onze gemeente is sinds zondag 5 januari 2005
“Protestantse Gemeente van Gasselternijveen”.
Terugblik op de Gereformeerde kerk van Gasselternijveen.
De kerk is ontstaan door afscheiding van de Herv. kerk te Gasselternijveen.
Reeds in 1863 en 1864 hadden vanuit Gasselternijveen enkele personen zich aangesloten bij de Christelijk Afgescheiden kerk te Stadskanaal, hetgeen geresulteerd heeft in een verzoek aan de gemeente te Stadskanaal om een zelfstandige Chr. Afgescheiden kerk te vormen in Gasselternijveen.
Deze mensen gingen ’s morgens naar de kerk te Stadskanaal en ’s avonds vergaderden ze bij W. Reiling of bij J. W. Deuring in diens boerderij aan het einde van de Hoofdstraat op de grens van Gasselterboerveen.
2 februari 1865 werd op de classis van Oude Pekela permissie gevraagd om te komen tot vorming van een zelfstandige gemeente te Gasselternijveen. Daarbij werd de predikant van Stadskanaal, Ds. Hulst, aangewezen als consulent.
2 maart 1865 vergaderde Ds. Hulst in tegenwoordigheid van 2 ouderlingen de heren Kieft en Wolthuis bij Deuring thuis. De vergadering werd geopend met het zingen van Ps. 25 : 4.
Hier werden de eerste ouderlingen en diakenen benoemd. Waarbij de kerk was geïnstitueerd.
De gemeente telde toen 20 volwassenen, waaronder 7 echtparen en 44 kinderen.
14 december 1865 kon de nieuwe kerk reeds worden ingewijd, die was gebouwd door aannemer Lukas Buter van Gasselternijveen.
De inwijdingsdienst geschiedde door Ds. B. de Bey, die geboortig was uit Gasselternijveen.
In 1867 werd door de grote groei, tevens de eerste predikant beroepen. Ds. E. Harkema, die de kerk gediend heeft van 6 oktober 1867 – 5 december 1869.
In 1892 (na de Doleantie), kreeg de kerk de naam Gereformeerde kerk.
De Leerkamer
De leerkamer naast de kerk, is oorspronkelijk ook in 1859 gebouwd voor de kerkenraad, de lering (catechisatie), vandaar de benaming Leerkamer, het verenigingsleven, zondagsschool enz.
In 1927 is er een verbouwing geweest waarbij er twee zijvleugels aan zijn gebouwd om een grotere zaal te verkrijgen.
De Leerkamer is in 1997 ook aangewezen als Beschermd Rijksmonument, mede gezien haar gaafheid en de aanwezigheid van het tongewelf in de grote zaal.